Herziene EN 12767-voorschriften verkeersveiligheid beïnvloeden de notatie van botsveilige masten
De aanpassing in de Europese norm EN 12767 heeft als gevolg dat de notatie van de vereiste prestatieklasse van constructies voor uw wegen, zoals aluminium lichtmasten en bewegwijzeringsmasten is veranderd. Laat me u door de wijzigingen voeren.
De aanpassingen in de herziene EN 12767 zijn van invloed op de notatie van de botsklasse van o.a. lichtmasten. In de oude norm, de EN 12767:2007, bestaat een botsklasse uit een combinatie van de impactsnelheid, het energieabsorptieniveau en het veiligheidsniveau voor de inzittende(n).
De botsklassen in de herziene norm EN 12767:2019 bevatten, naast bovengenoemde drie, ook codes voor:
-
Fundatietype (backfill type)
-
Collapse-modus (collapse mode)
-
Richtingsgevoeligheid (direction class) – de hoek waaronder een botsveilige mast kan worden geraakt
-
Deukgevoeligheid van het dak van het voertuig (risk of roof indentation)
Deze botsveilige eigenschappen worden bij de bestaande specificatie beschreven in aanvullende tekst.
Overigens hebben alle Europese landen een stem in de WG 10, de werkgroep die zich bezighoudt met het werkdocument EN 12767 - de norm voor botsveiligheid. Hiernaar wordt verwezen in de norm voor lichtmasten (EN 40) en ondersteuningen (EN 12899). Ik neem deel in de WG 10.
Aanpassing in veiligheidsniveau inzittenden
Voordat ik u meer over de nieuwe eigenschappen (codes) vertel, wil ik u eraan herinneren dat de herziene norm ook een aanpassing doorvoert in het veiligheidsniveau voor de inzittende(n). De getallen (1 - 4) maken plaats voor een ratingsysteem met letters (A - E).De grenswaarden voor de veiligheid van de inzittende(n) (Acceleration Severity Index-ASI en Theoretical Head Impact Velocity-THIV-limieten) voor NE2 en HE 3 waren gelijk, ook al kwamen de cijfers niet overeen. Dit was verwarrend.
De herziene norm maakt het onderscheid tussen veiligheidsniveaus voor de inzittende(n) duidelijker. In de nieuwe aanpak is de botsklasse voor de inzittende(n) losgekoppeld van het energieabsorptieniveau. NE 2 is nu NE- en HE3 is nu HE-C. De beste veiligheid voor de inzittende(n) wordt bereikt bij A, maar is vanuit technisch oogpunt niet haalbaar voor een licht- of verkeersmast.
Fundatietype (backfill type)
Deze nieuwe prestatieklasse voegt de types S (soil), R (rigid) en X (overig) toe.
Het fundatietype heeft een grote invloed op de prestatie van een mast en dient overeen te komen met de praktijksituatie waarin de mast geplaatst wordt.
De types S en R zijn binnen de norm gedefinieerd. Type X niet, omdat X per fabrikant verschilt.
Collapse-modus (collapse mode)
De herziene norm omvat twee collapse modi: SE (Separation) en NS (No Separation).
De Collapse-modus is toegevoegd om aan te geven hoe de mast zich gedraagt in het geval van een botsing. In sommige gevallen is het breken van de mast noodzakelijk om de juiste botsklasse te bereiken (SE). In andere situaties zijn vliegende objecten niet acceptabel (NS). De juiste keuze hangt af van de lokale situatie.
Richtingsgevoeligheid (direction class)
De richtingsgevoeligheid is geïntroduceerd om de hoek aan te geven waaronder een botsveilige mast kan worden geraakt. De nieuwe norm beschrijft drie opties: SD (Single Directional), BD (Bi Directional) en MD (Multi Directional).
SD-masten kunnen alleen veilig worden geraakt vanuit een richting van 20º. BD-masten presteren ook voor het tegemoetkomende verkeer (20 º én 160 º). MD-masten zijn niet gevoelig voor de impacthoek en kunnen vanuit alle richtingen veilig worden geraakt.
Als zodanig is de MD-classificatie de veiligste keuze. Maar deze is niet altijd beschikbaar. Richtingsgevoeligheid wordt voornamelijk bepaald door systemen in de mast, zoals afschuifsystemen.
Deukgevoeligheid (risk of roof indentation)
Een botsing met een mast kan resulteren in de vorming van een deuk in het dak van het voertuig, met risico's voor de inzittende(n).
De nieuwe norm verdeelt de deukgevoeligheid in klasse 0 (niet gevoelig voor deuken) en klasse 1 (gevoelig voor deuken). Het omslagpunt ligt bij een deuk van 102 mm (4 inches), in overeenstemming met de Amerikaanse norm voor botsveiligheid.
De veiligste klasse is uiteraard klasse 0, maar in combinatie met andere crashbestendige eigenschappen is dit niet altijd haalbaar. Normaal gesproken, hoe hoger de energieabsorptie van de mast, hoe groter het risico op indeuken van het dak.
Niet alle eigenschappen hebben specificatie nodig
U hoeft niet altijd alle prestatie-eigenschappen in te vullen. Dit is afhankelijk van de aanvrager, omdat in sommige gevallen de eigenschappen in een categorie niet van belang zijn voor een project of er geen invloed op hebben.
Voorbeeld: als aanvragers tevreden zijn met ongeacht welk fundatietype S, R of X, kunnen ze ‘NR’ (No Requirement) voor die eigenschap noteren. Hier volgen twee voorbeelden, die de oude norm vergelijken met de herziene norm:
-
Oude botsklasse 100HE3 = herziene botsklasse 100-HE-C-NR ( NR betekent in dit geval dat alle volgende eigenschappen door de aanvrager niet gespecificeerd zijn)
Oude botsklasse 100NE3 = herziene botsklasse 100-NE-B-S-NR-MD-0 (NR betekent in dit geval dat de collapse modus SE of NS mag zijn)
Andere gevolgen herziene norm EN 12767
Moeten alle crashtests opnieuw uitgevoerd worden? Nee. De gegevens die nodig zijn om een mast in de herziene botsklassen in te delen, zijn al beschikbaar, tenzij de crashtest erg gedateerd is.
Wilt u meer weten?
Heeft u vragen over de nieuwe revisie van de EN12767? Of wilt u meer weten of over onze aluminium masten? Neem dan contact met ons op en wij brengen u in contact met de juiste expert binnen Hydro.